Hoe ski ik korte bochten?
Korte bochten zijn heerlijk om te skiën maar ze kunnen je ook helpen als het druk is op de piste, als er veel hobbels en bobbels zijn, of als je deze juist opzoekt in de buckels. Het is dus fijn als je de korte bocht onder de knie hebt. Een iets steilere helling zoals een mooie rode afdaling kan je helpen bij het maken van de korte bocht. Het belangrijkste onderdeel bij de korte bocht is ritme. Lees hier meer tips voor kinderen.
Van lang naar kort
Ga maar eens proberen om van een lange bocht naar een kortere bocht toe te gaan. Dit doe je door sneller te wisselen. Tel of praat tegen jezelf, zodat je in een ritme komt. Zoals 1-2, 1-2, 1-2…
Spanning in je lichaam
Om de beste korte bochten te skiën heb je lichaamsspanning nodig. De kracht moet vanuit de buik, billen en onderrug komen zodat je snel kunt bewegen. Maar wat is lichaamsspanning? Stel je het volgende voor: ‘Iemand komt op je af lopen en wil je een stomp op je buik geven, dan span je van te voren je lichaam onbewust aan.’ En dat is precies de spanning die je nodig hebt om goed te kunnen skiën.
Blijf je ski’s kanten
Merk je dat je snelheid oploopt tijdens de korte bochten? Ga dan je bochten iets meer remmend skiën en blijf je ski’s kanten. Zorg ervoor dat je in je skihouding staat en dat je bovenlichaam sterk is. Je bovenlichaam is zoveel mogelijk gericht naar het dal. Gaat dit goed? Pak dan de stokinzet erbij.
Actieve stokinzet
De stokinzet tijdens de korte bocht is een stuk actiever dan bij de lange bocht. Heb je moeite om in het ritme te blijven? Volg dan iemand die hier goed in is. Of ski naast elkaar in een synchro. Heb je het ritme en de snelheid onder controle, probeer je bochten dan niet meer zoveel te remmen. Zorg voor een geleidelijke drukopbouw, zonder dat je hier snelheidscontrole bij verliest.