Stokinzet
Veel wintersporters denken dat de stokken er alleen maar zijn om jezelf naar voren te prikken op een vlak stuk, of je skibindingen uit te doen. Dat is niet het geval, want die stokken hebben een veel belangrijker doel. Ze zorgen voor ritme en balans tijdens het maken van bochten.
Lengte van de skistok
De lengte van de stok is best belangrijk. Zet je stok in de sneeuw. Wanneer je arm dan op 90 graden staat dan is de lengte van de stok goed. De manier waarop je een stok vastpakt is erg belangrijk. Met je ene hand pak je het bandje vast en met je andere hand ga je er via de onderkant doorheen. Vervolgens pak je het handvat via de bovenkant vast. Stel dat je valt, dan komt je stok los te hangen. Als je het handvat op een andere manier vastpakt, zoals te zien is in de video en dan valt, dan is de kans op een skiduim (een heel vervelende blessure) erg groot.
Positie van je handen en armen
De positie van je handen en armen zijn erg bepalend voor je techniek. Je handen en armen zijn breed voor je lichaam. Als je ze te dicht bij elkaar houd, ga je snel roteren en heb je geen ruimte meer voor de stokinzet. Als je je handen naar je lichaam toe trekt, kom je te snel achterop te staan. Houd ze dus lekker breed en ruim voor je je lichaam, alsof je de krant aan het lezen bent.
Stokinzet
De stokinzet is altijd op hetzelfde moment. Op het moment dat je laag bent heb je een zogenaamde stokvoorbereiding. Je prikt met je stok aan de binnenkant van de bocht en op dat moment laat je de opgebouwde druk los. Hierbij kom je iets omhoog en naar voren. Met de stokinzet markeer je als het ware je bochten, waarbij je dus aan het wijzen en prikken bent. Blijf dit herhalen. De stokinzet komt vanuit je pols en elleboog. Let erop dat je handen voor je lichaam blijven. Doe dus niet je arm helemaal naar achteren na je stokinzet, want dan raak je echt uit balans.
In het begin zal de stokinzet wel even wennen zijn, maar als je hem eenmaal onder de knie hebt, dan gaat je skiniveau echt vooruit.