Dieren in de Alpen
Is het je wel eens opgevallen dat het onmogelijk is om als eerste sporen te maken in de sneeuw? Als je na een nacht sneeuwval in de lift zit, zie je ze onder elke lift: dierensporen. Terwijl veel skigebieden weinig weg hebben van ongerepte natuur, leeft er van alles op en onder de sneeuw. Op steenworp afstand van veel skigebieden leven dieren waarvan veel wintersporters en kinderen zouden verwachten dat je ze alleen in dierentuinen of bij National Geographic tegenkomt. Helaas zijn dieren graag op plekken waar andere kinderen niet zijn. Daarom is het niet makkelijk om dieren in het skigebied te zien. Toch valt er her en der nog wat te bespeuren, als je weet welke richting je moet opkijken. Maar welke Alpendieren zijn er allemaal? En waar kun je ze vinden? Lees snel verder voor alle informatie over de dieren in de Alpen, speciaal voor kinderen.
Vossen en hazen
In elk skigebied in Europa lopen sneeuwhazen en vossen rond. De sneeuwhaas verandert elke winter van kleur: in de zomer zijn deze hazen bruinig, om in de winter mooi wit te worden. Het is daarom een hele kunst om ze in levenden lijve te zien. Hun sporen daarentegen heeft iedereen wel eens gezien, vooral onder liften. De vos is een ander verhaal. Vossen zijn niet bang van mensen. Als je ’s avonds laat naar een skigebied rijdt, is de kans groot dat je vossen voor je auto weg ziet schieten. Vossen schrikken er ook niet voor terug om de gangen van appartementencomplex in te wandelen als het er lekker ruikt. Terwijl de hazen het niet zo leuk vinden in de buurt van mensen, komen vossen vaak erg dichtbij mensen.
Kleine dieren
Er zijn ook genoeg diertjes die sporen achterlaten die je amper met het blote oog ziet. In de gehele Alpen vind je kleine muisjes, eekhoorntjes en de grotere bergwoelratten. Deze beesten hebben het ’s winters altijd druk. Kijk in de lift eens goed naar de bomen om je heen, regelmatig zie je dan eekhoorntjes op zoek naar hun notenvoorraad. Minder zichtbaar is de bergwoelrat. Dit beest doet zijn naam onder de sneeuw eer aan. Hij is namelijk druk bezig een tunnelstelsel aan te leggen. De sporen hiervan zijn goed te zien als de sneeuw dooit: de hele aarde onder de sneeuw is dan omgewoeld. Dit vinden veel boeren niet leuk, die hun mooie almweides compleet omgeploegd zien. Gelukkig zit de natuur in de bergen goed in elkaar, want waar al die kleine dieren zitten daar zorgt de hermelijn voor evenwicht. Deze kleine maar slinkse rover eet maar al te graag muizen en woelratten. Je zult moeite moeten doen om dit beestje te zien, want ook de hermelijn is perfect gecamoufleerd met een vacht die wit wordt in de winter. Je kunt ervan uitgaan dat onder bijna elk oud chalet of berghutje wat hermelijnfamilies leven, maar om deze slimme, snelle beestjes te zien moet je goed opletten.
Korhoen en sneeuwhoen
De korhoen houdt van poederige sneeuw, maar niet om door naar beneden te glijden. Korhoenders graven zich diep in de poeder in, zodat ze perfect beschermd zijn tegen de kou. Helaas willen deze steeds zeldzamere vogels nog wel eens schrikken van langs knallende freeriders of toerskiërs. Dit telkens wegvliegen in de winter kost deze beesten te veel energie. Vandaar dat je bijna geen korhoenders meer tegenkomt nabij skigebieden; het is ze te druk. Ook een sneeuwhoen moet heel voorzichtig omgaan met de energie in de winter. Er is namelijk bijna geen eten te vinden. Daarnaast is een sneeuwhoen ook nog eens heel lastig om te zien omdat ze voor de winter van veren ‘wisselen’ en daardoor nieuwe witte veren hebben.
Herten, reeën en zwijnen
Als je diepe tunnels in de verse sneeuw tegenkomt kun je er wel van uitgaan dat er groot wild is langsgekomen, zoals zwijnen, herten en reeën. Herten zijn in de Alpen aan een grote opmars bezig. Profiterend van de opwarming van de aarde leven ze hoger en hoger. Je hebt best kans om deze beesten dichtbij skigebieden te zien, tenminste, onder de boomgrens. Ook leven er soms op steenworp afstand van skigebieden everzwijnen. Deze beesten kom je soms in de diepste sneeuw tegen, eigenlijk altijd onder de boomgrens. Zwijnen hebben het in de winter zwaar en bij strenge winters overlijden er veel door uitputting en ondervoeding, soms wel meer dan de helft van de populatie. Als jagers ze niet bijvoederen tenminste.
Gemzen en steenbokken
- Boven de boomgrens is het terrein van de echte klimmers. Gemzen en steenbokken zoeken vaak de zonnige hellingen om nog te kunnen blijven eten. Ondanks dat deze dieren perfect zijn uitgerust voor de winterse en ruige omstandigheden blijft de winter zwaar. Alleen de allersterkste overleven in winters met veel sneeuw. Steenbokken en gemzen zijn in veel skigebieden vrij eenvoudig te zien als je weet waar te kijken: omhoog! Op zonhellingen waar rotspartijen uit de sneeuw komen of graten waar de sneeuw is weggeblazen lopen deze grazers rond. Zelfs in de meest drukke gebieden kun je deze indrukwekkende klimmers zien. Vraag het eens aan de uitbaters van je huisje of aan een pisteur, vaak weten de locals precies waar veel gemzen rondlopen.
Wolf en Lynx
De wolf is aan een grote opmars bezig in de Alpen. Een aantal jaar geleden kwam deze zeer intelligente rover nog vooral in Italië voor, maar tegenwoordig jaagt de wolf door heel de Alpen. In de winter hebben deze grote jagers het redelijk makkelijk. Vermoeide gemzen, herten en uitgeputte zwijnen zijn prima prooien. Wolven leven regelmatig zeer dicht bij skigebieden, maar laten zich zelden zien. De kans is echter heel groot dat een wolf jou al wel eens langs heeft zien (beter gezegd geroken) skiën of boarden. Toen afgelopen seizoen de skigebieden halsoverkop sloten vanwege corona kwamen er vrij snel beelden online van wolven die over de nog geprepareerde pistes liepen. Een stuk zeldzamer is de lynx. De grootste katachtige van Europa heeft het zwaar. Zeker in de noordwesthoek van de Alpen en in de Vogezen komt de lynx nog voor. De kans dat je er een spot is echter heel erg klein.
Vogels
De Alpenkraai (oranje bek) en de Alpenkauw (gele bek) zal iedere wintersporter kennen. Deze weinig schuwe vogels deinzen niet terug om de patatjes van je bord te eten tijdens je pauze. Waar mensen eten daar vliegt de Alpenkauw. Een ware stuntvlieger, maar weinig bijzonder om te zien; een beetje als de duif in Amsterdam. Als je echter de tijd neemt om het luchtruim af te zoeken, zul je op veel plaatsen in de Alpen de steenarend rond zien vliegen. Deze grote rover is een geweldige zweefvlieger. Zijn wat kinderlijke gekrijs doet geen eer aan zijn indrukwekkende voorkomen. Een nog imposantere vogel is de lammergier, die na een succesvolle herintroductie weer waakt over het Alpenluchtruim. Deze indrukwekkende vogels voeden zich bijna uitsluitend met botten van dood wild. Het zijn de grootste vogels die je in Alpen in de lucht kunt zien. Dankzij de relatief onaangetaste natuur in de Alpen komen er nog veel mooie vogels voor, denk aan uilen of bijvoorbeeld de Lagopus. Veel van deze schuwe vogels zul je in skigebieden echter niet snel zien.
Marmot
Waar is toch die marmot? In de winter heb je de meeste kans om een glimp van een marmot op te vangen als je een souvenirwinkel in loopt. In de natuur zul je de marmot hartje winter niet tegenkomen, want dan is dit beroemde Alpendier namelijk in diepe slaap. Grote kans dat je regelmatig over z’n slaapkamer heen skiet! In april en mei komen de luilakken uit hun hol en heb je kans om ze op de skipistes en onder de liften te zien. Een andere lange slaper is de beer. Een paar honderd jaar geleden kwam de beer door de gehele Alpen voor. Tegenwoordig leven er enkele individuen in de Pyreneeën, een paar groepen in Italië, Zwitserland en delen van Oostenrijk. Maar wees niet bang, ten eerste is de Europese bruine beer niet gevaarlijk voor mensen en ten tweede is de beer tijdens het winterseizoen in diepe slaap. Pas aan het eind van de winter wordt hij weer wakker. Beren blijven graag ver weg van skigebieden en mensen in het algemeen. Slechts in de extreme oosthoek van de Alpen (Slovenië) heb je reële kans om een beer tegen te komen aan het einde van het seizoen.