Geschiedenis van wintersport
Wintersport heeft al een hele lange geschiedenis. Eerst gingen er alleen lokale kinderen en bewoners wintersporten. Maar later kwamen er ook kinderen uit andere landen om te wintersporten. In het begin gingen ze alleen skiën, maar later ook snowboarden. Lees hier hoe de wintersport ontstaan is en nog veel meer coole informatie, speciaal voor kinderen.
Hoe is wintersport ontstaan?
- De eerste tekenen van wintersport gaan heel ver terug. In Scandinavië is een afbeelding gevonden van tussen de 6.000 en 7.000 jaar oud waarop mensen op ski’s te zien zijn. Skiën werd toen nog puur gedaan door de bergbewoners om zich te verplaatsen en in hun dagelijkse behoeften te kunnen voorzien. De oudste ski die ooit is gevonden is meer dan 5.000 jaar oud en ligt in het Ski Museum in Oslo. In die tijd werd vaak gebruik gemaakt van een lange glijski en een korte afzetski. Met één lange stok zetten de skiërs zich af en bleven ze in balans. In de 19e eeuw werd het skiën steeds meer ontwikkeld. In de Noorse provincie Telemark werd de eerste ‘binding’ gemaakt, een gevlochten koord dat ervoor zorgde dat de voet niet alleen aan de voorkant, maar ook aan de achterkant aan de ski bevestigd werd. Ook werden hier nieuwe technieken uitgevonden om te sturen en te remmen waardoor het skiën ineens een dynamische sport werd.
Toerisme
De verhalen over het succes van de telemarktechniek en de telemarkski’s gingen al snel door heel Europa en de vraag naar ski’s steeg enorm. In 1886 werd in Noorwegen de eerste skifabriek geopend. In Noorwegen was skiën doordeweeks pure noodzaak en in het weekend een vorm van recreatie. In de Alpenlanden zag men andere mogelijkheden: toerisme. Europa beschikte aan het begin van de 20e eeuw over een uitgebreid spoorwegnet dat de rijkere burgers in staat stelde om redelijk comfortabel te reizen. In de Alpen stonden grote, luxe hotels waar deze vakantiegangers in de zomer werden ontvangen. In de winter waren die hotels gesloten, maar nu zag men in de opkomende skisport grote mogelijkheden voor de winter.
Wedstrijdsport
In de jaren 20 kwam ook de wedstrijdsport op gang. Hoewel de Scandinaviërs zich in het begin vooral richtten op het skispringen, werden in de Alpenlanden de slalomwedstrijden steeds populairder. In Nederland kreeg het ‘skiloopen’ zoals langlaufen in die tijd genoemd werd ook steeds meer bekendheid en in 1927 werd de Nederlandse Ski Vereniging opgericht. Met de opkomst van de skiliften en de bouw van skidorpen in de jaren 30 werd het wintersporten in korte tijd razend populair bij de welgestelden.
Nieuw materiaal
Met de groeiende populariteit kwamen ook nieuwe ontwikkelingen in het materiaal want dat was tot die tijd niet zo functioneel. Mensen skieden met bamboestokken die erg zwaar waren en makkelijk braken. De schoenen waren van leer en gaven te weinig steun om goed te kunnen sturen. Ski’s waren volledig van hout, braken vaak en moesten om de paar afdalingen gewaxt worden om te blijven glijden. Pas vanaf de jaren 50 verschenen de eerste veiligheidsbindingen die zowel aan de voor- als achterkant los konden schieten. Hiervoor waren deze er nog niet, dus gebroken benen en andere zware blessures kwamen vaak voor. Rond dezelfde tijd kwamen de eerste plastic skischoenen met schnallen, dat zijn de metalen sluitingen. Hiermee kregen de skischoenen eindelijk een nauwkeurige pasvorm en gaven ze de nodige steun bij het sturen.
Vanaf het begin van de jaren 30 waren er losse staalkanten verkrijgbaar die je zelf op de houten ski’s kon schroeven. In 1946 ontstond de eerste ski met een superglad, plastic belag. Vanaf de jaren 60 werden de meeste ski’s van fiberglas en hout gemaakt. In 1991 ontketende zich een revolutie: de lange, rechte ski’s maakten plaats voor korte, getailleerde modellen, de zogenaamde carveski’s. Door de taillering in de ski’s worden de bochten als het ware in de sneeuw gesneden, het carven, en is het voor beginners veel gemakkelijker om te leren skiën.
Snowboarden
Snowboarden kwam veel later op gang dan skiën. Pas begin jaren 70 ontwikkelde een enthousiaste surfer uit Californië een board waarmee hij ook in de sneeuw zijn favoriete sport kon beoefenen: de Snurfer. Het board had geen bindingen of staalkanten maar alleen een touw aan de voorkant waarmee het board kon worden vasthouden. Binnen tien jaar werden er meer dan een miljoen exemplaren van de Snurfer verkocht. Dit bracht ook andere producenten op het idee het board verder te ontwikkelen, Burton en Sims zijn bekende voorbeelden van merken die in deze tijd zijn ontstaan. Jake Burton was de eerste die een paar waterskibindingen op een board zette waardoor sturen al een stuk makkelijker ging. De ontwikkeling bleef doorgaan en vanaf de jaren 80 werden er boards gemaakt met staalkanten en een P-tex belag waardoor het glijden ook beter ging. Er kwamen snel meer aanbieders op de markt en het aantal beoefenaren van de sport steeg.
In Europa waren pas halverwege de jaren 80 de eerste snowboarders op de piste te vinden maar deze waren niet bepaald geliefd bij het skipubliek. De skiërs zagen de nieuwe generatie snowboarders als waaghalzen die de piste geen goed deden. Tot halverwege de jaren 90 was het in veel gebieden nog verboden om te snowboarden. Inmiddels is er zowel voor de ski- als snowboardsport een professioneel internationaal wedstrijdcircuit.