Lawinekunde voor kinderen
Misschien heb je al wel eens van een lawine gehoord. Lawines kunnen veel problemen veroorzaken. Maar maak je geen zorgen want op pistes die open zijn ben je veilig voor lawines. Daar zorgt de pistedienst voor. Wil je weten wat zij precies doen tegen lawines? Of wil je graag weten wat een lawine is en hoe ze ontstaan? Lees dan snel verder! Alle informatie is uitlegd speciaal voor beginners en kinderen. Er zijn ook coole video’s te zien.
Wat is een lawine?
Een lawine is een grote sneeuwmassa die met veel snelheid en kracht van de berg naar beneden komt. Lawines zijn er in verschillende maten, vormen en grootte. Lawines kunnen zoveel kracht hebben dat ze hele huizen of wegen kapot kunnen maken. Dit komt alleen niet zo vaak voor. Wanneer er gevaar is dat lawines sommige huizen, wegen, of skigebieden kapot kunnen maken dan worden deze plekken afgesloten voor mensen. Daarom kan het zijn dat er maar een paar pistes open zijn als het heel hard sneeuwt of heeft gesneeuwd. Ook mensen kunnen in een lawine terecht komen. Dit kan alleen gebeuren als je buiten de piste gaat. Soms komt het voor dat een skiër of snowboarder een lawine in gang zet. Hoe kan een skiër of een snowboarder ervoor zorgen dat een lawine loskomt? Dat heeft te maken met hoe een lawine ontstaat.
Hoe ontstaat een lawine?
Een lawine kan alleen ontstaan door een zwakke laag in het sneeuwdek. Het sneeuwdek bestaat uit meerdere lagen sneeuw. Bij elke sneeuwval komt er een nieuwe laag bij. Je hebt al kunnen lezen dat alle sneeuw uniek is en dat sneeuw nog kan veranderen als het al op de grond ligt. Iedere sneeuwlaag in het sneeuwdek kan er daarom ook anders uitzien. Dit is een heel ingewikkeld proces waarbij een zwakke sneeuwlaag kan ontstaan.
Een zwakke sneeuwlaag is een laag waarbij de sneeuw zich niet verbindt aan de sneeuwlaag die erboven ligt. Hierdoor kan de bovenste laag zomaar van de laag eronder afglijden. Als dat gebeurd ontstaat er een lawine. Een zwakke laag kan bijvoorbeeld gesmolten en weer bevroren sneeuw zijn. Dan ontstaat er een klein laagje ijs. De sneeuw die daarboven ligt verbindt niet aan het ijs en daarom kan de sneeuw eraf afglijden. Daarnaast zijn er nog veel meer verschillende soorten sneeuwlagen.
Een dag mee met de pistedienst
Een skigebied zorgt er gelukkig altijd voor dat wintersporters op de pistes veilig zijn voor lawines. Hiervoor houden ze het weer en de sneeuw altijd goed in de gaten. De pistedienst staat heel vroeg op om het skigebied veilig te maken voor iedereen. Kijk de video hieronder om te zien wat de pistedienst allemaal doet tegen laweines.
Wat doet een skigebied tegen lawines?
Een skigebied houdt het weer en de sneeuw altijd goed in de gaten. Als de omstandigheden heel onveilig zijn dan kan een skigebied zelfs besluiten om de hele dag dicht te blijven. Dat komt bijna nooit voor. Kijk de video hieronder om te zien wat een skigebied allemaal doet.
Wat kan je doen om te voorkomen dat je in een lawine komt?
Lawines komen alleen buiten de piste voor. Meestal zijn er nog bijna geen mensen naar beneden geskied. Buiten de piste is het voor de reddingsdiensten een stuk lastiger om jou te redden. Daarom is het belangrijk dat je kennis hebt voordat je buiten de piste gaat. Ook is het belangrijk dat je samen met anderen bent die kennis en ervaring hebben. Er zijn een aantal dingen die je kan doen om te voorkomen dat je in een lawine komt. We hebben ze hieronder voor je op een rijtje gezet.
1. Ga niet buiten de piste
Als je niet in een lawine wilt komen dan kun je het beste op de piste blijven. Op de piste ben je altijd veilig. Als je toch graag van de ongeprepareerde sneeuw wilt genieten dan kun je gebruik maken van skiroutes. Skiroutes zijn afdalingen die veilig zijn gemaakt. Er kunnen hier geen lawines omlaag komen. Let wel op dat je geen gebruik maakt van skiroutes als ze zijn afgesloten met een lint. Als pistes of skiroutes afgesloten zijn, dan zijn deze niet veilig.
2. Zorg dat je het juiste materiaal hebt
Als je toch graag off piste wilt skiën of snowboarden is het belangrijk dat je het juiste materiaal hebt. Je hebt in ieder geval een lawinepieper, schep en sonde nodig. Ook is een helm en rugzak heel belangrijk. Daarnaast zijn andere materialen zoals een EHBO setje en een landkaart heel handig om mee te nemen. Kijk de video op deze pagina voor meer informatie.
3. Zorg dat je de juiste kennis hebt
Ook is het heel belangrijk dat je de juiste kennis hebt voordat je buiten de piste gaat skiën. Als je deze kennis niet hebt dan kun je altijd een berggids of skigids inhuren. Je kan deze kennis ook zelf opdoen bij bijvoorbeeld de WePowder safety academy of bij het Snowsafety Center. Meer informatie over cursussen kun je ook lezen bij lawinekunde.
4. Informeer jezelf goed
Naast de juiste kennis en het juiste materiaal is het ook heel belangrijk dat je jezelf goed informeert. Lees het weerbericht vantevoren, net als het lawinebericht. Haal de belangrijke informatie uit het lawinebericht. En zorg ervoor dat je een goede planning hebt voor de tocht. Een landkaart van het gebied is daarvoor heel belangrijk. Zorg ervoor dat je alles bij hebt en je goed geïnformeerd bent voordat je vertrekt.
5. Kijk goed om je heen en blijf altijd leren
Als je buiten de piste wilt skiën of snowboarden is het heel belangrijk dat je goed om je heen kijkt. Je kan bijvoorbeeld zien waar al eerder lawines zijn afgegaan, of waar de wind vandaan is gekomen. Dat is belangrijke informatie. Als je hier meer over wilt weten is het handig om een cursus te doen. Kijk bij lawinekunde voor de mogelijkheden.
6. Durf nee te zeggen
Soms is het beter om ergens buiten de piste niet naar beneden te skiën of snowboarden omdat het te gevaarlijk kan zijn. Durf dan ook nee te zeggen tegen jezelf en anderen en probeer ergens anders naar beneden te gaan.
Het lawinebericht
Het lawinebericht geeft hele belangrijke informatie. Het bericht vertelt je hoe hoog het gevaar op dat moment is, en wat de grootste problemen zijn. Het gevaar van lawines wordt in het lawinebericht aangegeven in 5 niveau’s. Ze kijken hierbij naar hoe makkelijk een lawine kan afgaan, hoeveel plekken er zijn waar ze af kunnen gaan, en hoe groot de lawines kunnen worden. Alle lawineberichten in Europa kun je vinden op avalanches.org. Hieronder staan de lawineniveau’s verder uitgelegd.
1. Klein
- Dit is het kleinste lawinegevaar. Hierin zijn er geen alarmtekens dat er lawines naar beneden komen. Alleen in een heel speciaal geval kan er een lawine in super steil terrein naar beneden komen. Ongeveer 20% van de hele winter komt dit lawinegevaar voor.
2. Matig
- Het tweede lawinegevaar is matig. Tijdens dit lawinegevaar kunnen alleen lawines in heel steil terrein naar beneden komen. Dit gebeurd meestal alleen door veel extra gewicht op het sneeuwdek, van bijvoorbeeld meerdere wintersporters. Ook komen de lawines alleen voor op een bepaalde hoogte en helling. Dat staat in het lawinebericht aangegeven. Lawinegevaar 2 komt ongeveer 50% van de winter voor.
3. Aanzienlijk
- Lawinegevaar 3 is één van de gevaarlijkste, ongeveer de helft van de lawinedoden gebeuren tijdens dit lawinegevaar. Lawines kunnen al voorkomen door weinig extra gewicht op het sneeuwdek en soms zelfs zonder extra gewicht op het sneeuwdek. Ook kunnen ze op minder steile hellingen naar beneden komen. De lawines kunnen ook groot worden.
4. Hoog
- Lawinegevaar 4 is hoog. Dat betekent dat er maar weinig extra gewicht nodig is om een lawine af te laten gaan, en dat er veel lawines uit zichzelf naar beneden gaan. Dit kan gebeuren op veel verschillende plaatsen en hellingen. De lawines kunnen daarbij ook groot tot heel groot worden. Bij lawinegevaar 4 worden ook enkele wegen afgesloten om mensen te beschermen tegen grote lawines. Skigebieden zijn meestal maar met een paar liften open, of blijven gesloten. Dit lawinegevaar komt maar een paar dagen per winter voor.
5. Zeer hoog
- Lawinegevaar 5 is een hele speciale situatie. Deze situatie komt bijna nooit voor. Soms kan het zelfs 10 jaar lang niet voorkomen. Bij lawinegevaar 5 blijven alle skigebied gesloten. Ook zijn veel wegen en dalen afgesloten. Sommige mensen kunnen hun dorp niet uit of in. De kans op hele grote lawines die uit zichzelf afgaan is groot. Daarom worden er veel voorzorgsmaatregelen genomen.
Verschillende soorten lawines
Er zijn veel verschillende lawines. Dat komt omdat sneeuw heel verschillend kan zijn en zelfs nog veranderd als het al op de grond ligt. Hieronder zie je voorbeelden van de verschillende lawines die je kunt tegenkomen.
Lossesneeuwlawine
Een lossesneeuwlawine komt meestal alleen voor op een hele steile helling van 40 graden of steiler. Er valt dan een klein beetje sneeuw naar beneden en die neemt steeds meer sneeuw mee. Daarom heeft een lossesneeuwlawine altijd een puntachtige vorm. Deze lawines komen vaak voor als er veel sneeuw is gevallen of wanneer het snel warmer wordt.
Plaatlawine
Plaatlawines zijn de gevaarlijkste lawines voor wintersporters. Er gebeuren het vaakst ongelukken met deze lawine. Bij een plaatlawine ligt er sneeuw op een zwakke laag in het sneeuwdek. Als er extra gewicht op de bovenste sneeuw komt dan ontstaat er een scheur in het sneeuwdek, precies bij de zwakke laag. Als deze scheur zich goed weet uit te breiden dan kan de gehele sneeuw die er bovenop ligt naar beneden komen. Plaatlawines kunnen voorkomen op hellingen die middelsteil zijn, ongeveer 30 graden en steiler. Een plaatlawine is altijd te herkennen aan de afscheurrand, zoals op de afbeelding hieronder.
Glijsneeuwlawine
Glijsneeuwlawines hebben net als bij plaatlawines een afscheurrand. Maar een glijsneeuwlawine kan alleen uit zichzelf naar beneden komen. Hiervoor is geen extra gewicht van bijvoorbeeld een wintersporter voor nodig. Een glijsneeuwlawine kan alleen afgaan op een ondergrond van gras of gladde rots. Meestal gaat de lawine naar beneden als het warm is, omdat de grond dan vochtig wordt en de sneeuw dus makkelijker kan glijden. Deze lawines komen vaak voor in winters waarin het heel veel heeft gesneeuwd. Je kan ze herkennen aan de zogenaamde “Fischmaul”, een vismondje, zoals op de afbeelding hieronder.
Nattesneeuwlawine
Nattesneeuwlawines kunnen eruit zien als een lossesneeuwlawine, of als een plaatlawine. Deze lawines gaan meestal naar beneden als het heel erg warm is of als het regent. Door de warme temperatuur smelt de sneeuw en komen er allemaal kleine waterdruppeltjes tussen de sneeuwlagen. Hierdoor is er geen verbinding meer tussen de sneeuwlagen en kan de sneeuw als een lawine naar beneden komen. Meestal komen deze lawines uit zichzelf naar beneden.
Stoflawine
Stoflawines komen bijna nooit voor. Deze lawines kunnen alleen voorkomen bij lawinegevaar 4 of 5. En meestal heeft de lawinedienst de lawine zelf af laten gaan om een gebied weer veilig te maken. Dit doen ze gecontroleerd door springstof in de sneeuw te gooien. Hierdoor ontstaat een ontploffing en komt de lawine naar beneden. Een stoflawine ontstaat alleen bij een lawine met heel veel sneeuw. Omdat deze lawine zoveel sneeuw vooruit duwt gaat de sneeuw zich mengen met lucht waardoor er een grote stofwolk van sneeuw ontstaat. Deze lawines zorgen voor hele spectaculaire beelden, zoals de afbeelding hieronder. Als je onder aan de pagina kijkt zie je nog spectaculaire video’s met stoflawines.
Typische lawineproblemen
Er zijn een aantal typische situaties die regelmatig voorkomen in een winter. Deze situaties kunnen gevaarlijk zijn en leiden tot lawines. In een lawinebericht wordt zo een typisch lawineprobleem altijd vermeldt.
Nieuwe sneeuw probleem
- Het nieuwe sneeuw probleem ontstaat altijd bij veel sneeuwval. Er moet meer dan 40 centimeter verse sneeuw vallen, omdat het gewicht van de verse sneeuw er dan voor kan zorgen dat een lawine naar beneden komt. Er kunnen plaatlawines en lossesneeuwlawines naar beneden komen omdat de verse sneeuw nog niet verbonden is met het sneeuwdek. Deze situatie duurt meestal één tot een paar dagen.
Door wind verplaatste sneeuw probleem
- Dit probleem komt vaak voor. Er is een gezegde in het Duits: “Wind is de bouwmeester van lawines”. Het ontstaat doordat sneeuw verplaatst wordt door de wind. De wind blaast de sneeuw precies naar één plek. Daarbij maakt de wind ook de ‘armpjes’ van de sneeuwvlok kapot. Hierdoor verbinden de sneeuwvlokken zich heel slecht met elkaar. Er ontstaat een sneeuwpakket van door wind verplaatste sneeuw. Dit grote paket met slecht gebonden sneeuw kan heel makkelijk door het gewicht van een wintersporter naar beneden komen. Plaatlawines komen veel voor wanneer sneeuw door de wind verplaatst is. Dit probleem is meestal goed te herkennen door te letten op windtekens. Windtekens laten zien waar de wind vandaan is gekomen. Op sommige plekken is de berg kaal geblazen terwijl op andere plekken juist heel veel sneeuw ligt.
Oude sneeuw probleem
- Het oude sneeuw probleem kan heel gevaarlijk zijn. Lawines ontstaan bij dit probleem namelijk door een zwakke laag diep in het sneeuwdek die je niet kan zien of voorspellen. De zwakke laag ontstaat omdat een sneeuwvlok in het sneeuwdek nog veranderd. Een sneeuwvlok kan helemaal veranderen tot een bekerkristal. Deze sneeuwkristallen zijn niet met elkaar verbonden. Hierdoor kan de sneeuw die erboven ligt makkelijk als een lawine naar beneden glijden. Wil je meer weten over hoe sneeuw verandert? Lees dan deze pagina over hoe sneeuw ontstaat. Je kan dit probleem alleen herkennen door een sneeuwdektest te doen. Andere oude sneeuw problemen is bijvoorbeeld een laag rijp die ingesneeuwd is.
Natte sneeuw probleem
- Het nattesneeuw probleem ontstaat doordat er water in het sneeuwdek komt. Dit kan gebeuren als het heel warm is omdat sneeuw smelt of wanneer het regent. Er komen dan allemaal kleine waterdruppeltjes in het sneeuwdek. Daardoor is er geen verbinding meer tussen de sneeuwlagen. Hierdoor kan de sneeuw ineens beginnen met glijden. Dit gebeurd meestal in de lente en in de middag omdat het dan veel warmer is.
Glijsneeuw probleem
- Bij het glijsneeuw probleem komen alleen glijsneeuwlawines voor. Deze ontstaan alleen op een gras of vlakke rots ondergrond. Het is lastig te voorspellen wanneer deze lawines naar beneden komen. Meestal komen ze voor als het warm is en er veel sneeuw is gevallen.