Wintersportmateriaal voor kinderen
In de geschiedenis van de wintersport heb je al kunnen zien dat de ski’s en snowboards veel veranderd zijn over de jaren. Tegenwoordig heb je veel verschillende ski’s en snowboards. Wil jij meer weten over de verschillen? Hier kun je alle informatie vinden over het materiaal van iedere wintersport, dus ook voor langlaufen. Wintersportmateriaal speciaal voor kinderen!
Ski’s
Elke ski heeft een belag, dat is de zwarte onderkant van een ski. Alle ski’s hebben ook een staalkant, die zorgt ervoor dat je goede bochten in de sneeuw kunt ‘snijden’. Daarnaast zijn er veel verschillen tussen de ski’s. Ski’s hebben verschillende vormen, lengtes en stijfheid. De ski die je gebruikt hangt af van welk terrein en welke discipline je wilt skiën. Binnen de verschillende skidisciplines zijn er ook verschillende soorten ski’s. Zo heb je allmountain, race, freestyle en freeride ski’s. Lees hieronder alle verschillen!
Piste ski’s
De meeste skiërs hebben een piste ski. Van de pisteski worden veel verschillende modellen gemaakt. Ieder jaar brengt een skimerk meerdere modellen uit die allemaal een kleine beetje verschillen. Deze modellen zijn grofweg in drie categorieën in te delen. Er zijn comfort ski’s, sport ski’s en top ski’s.
De comfort ski’s zijn meestal iets lichter en een stuk goedkoper dan andere ski’s. Ook zijn deze ski’s goed om mee te rutschen en heel makkelijk om mee te skiën. Comfort ski’s zijn voor de beginnende skiër.
Sport ski’s zijn er in meerdere modellen. Deze ski is bedoeld voor de iets betere skiër. De ski’s zijn iets zwaarder en stijver dan de comfort ski’s. Hierdoor heb je meer grip. Sport ski’s zijn ideaal als jij wilt leren carven.
En dan heb je nog de top ski’s. Deze ski’s zijn bedoeld voor de goede skiër die al kan carven. Het zijn de duurste ski’s en een stuk stijver dan andere modellen. Hierdoor hebben ze hele goede grip maar zijn ze moeilijker te draaien. Het is dus niet heel makkelijk om op deze ski te skiën en daarom moet je al een goede skiër zijn. De top ski’s lijken vaak al op echte race ski’s. Een veel gebruikte top ski is de ‘masters ski’. Veel skimerken hebben een masters ski.
Allmountain ski’s
Het belangrijkste verschil tussen een piste ski en een allmountain ski is de breedte. Een allmountian ski is bedoeld om te gebruiken zowel op als naast de piste. Om ervoor te zorgen dat je er naast de piste ook nog goed mee kan skiën is het belangrijk dat de ski iets breder is zodat die iets makkelijk op de sneeuw blijft drijven.
Als je 90% van je tijd op de piste skiet dan is het handig om een piste ski te nemen. Als je iets vaker buiten de piste gaat dan kan een allmountain ski juist weer heel handig zijn.
Race ski’s
De raceski gaat sneller dan alle andere ski’s omdat deze ski ideaal gebouwd is om op hoge snelheden mee te carven. De ski is heel stijf, hierdoor kan de ski niet makkelijk buigen. Dat zorgt ervoor dat je heel veel grip hebt, maar ook dat de ski heel moeilijk is om te draaien. Deze ski’s zijn vaak ook heel zwaar.
Race ski’s zijn specifiek bedoeld voor wedstrijdskiërs. Daarom zul je de ski niet vaak tegenkomen bij normale skiërs. En dat is niet gek, want een raceski is voor de gemiddelde skiër heel lastig om op te skiën. Voor wedstrijden zijn er zelfs regels waar de ski aan moet voldoen. Dit verschilt per skidiscipline, op de afbeelding hieronder kun je de verschillen zien.
Freestyle ski’s
Freestyle ski’s worden gebruikt door skiërs die graag trucjes doen, over schansen springen, en gebruik maken van obstakels in het funpark. Deze ski’s worden ook wel twintips genoemd, dat komt omdat de voorkant precies hetzelfde is als de achterkant. De binding staat meestal precies in het midden gemonteerd. Hierdoor kan een freestyle skiër makkelijk achteruit skiën (switch) en makkelijker trucjes doen.
Freeride ski’s
Freeride ski’s zijn speciaal voor skiërs die veel off-piste skiën. Deze ski’s zijn veel breder onder de binding. Daardoor blijven ze veel makkelijker op de sneeuw drijven. Dat is heel erg handig als je in de verse sneeuw buiten de piste naar beneden gaat. Deze ski’s zijn meestal ook een stuk langer dan andere ski’s. Naast speciale ski’s is het vooral heel belangrijk dat je heel veel kennis hebt van lawinekunde en veiligheidsmaterialen voor een lawineredding hebt!
Skitoer ski’s
Skitoer ski’s zijn heel speciaal. Of beter gezegd; de binding is heel speciaal. Met deze binding kan je namelijk omhoog lopen. De achterkant van de binding kan je losmaken waardoor de hak omhoog kan bewegen, of je maakt je skischoen alleen aan de voorkant vast waardoor je ook met je hak omhoog kan bewegen. Daarvoor heb je natuurlijk wel een speciale binding nodig.
Skiërs die graag willen toerskiën lopen meestal buiten de piste een berg omhoog. Dit doen ze met speciale bindingen, maar ook met speciale vellen onder hun ski’s. Deze vellen hebben haartjes die in de ene richting glijden maar in de andere richting juist tegenwerken. Daarnaast hebben ze vaak ski’s die iets breder zijn dan de normale pisteski’s, maar smaller dan de freeride ski’s. Aangezien toerskiërs omhoog lopen is het belangrijk dat ze niet teveel gewicht meenemen, daarom zijn toerski’s vaak heel licht.
Ski’s testen
Hoe weet je nu welke ski je nodig hebt? En hoe je kan testen of een ski goed is? Als eerste is het belangrijk dat je weet waar je jouw ski voor wilt gebruiken. Ben jij iemand die graag trucjes doet, of juist liever wat sneller gaat? Ga jij graag buiten de piste of heb je het liefste een makkelijke ski? Dat is belangrijk om te weten welke ski voor jou de beste is. Lees de informatie hierboven om een goede beslissing te maken. En kijk vervolgens de video hieronder om te weten waar je op moet letten bij het testen van ski’s!
Welke skilengte heb je nodig?
Verder is het ook belangrijk om te weten welke lengte je nodig hebt. De discipline zoals freestyle, freeride, of pistes waarvoor jij de ski wilt gebruiken is belangrijk. Daarnaast spelen gewicht en ervaring ook mee voor de lengte van de ski. Voor sport- en allmountain ski’s gaan we uit van lichaamslengte min 10 centimeter. Freestyle ski’s moeten ongeveer je eigen lichaamslengte zijn en freeride ski’s gaan vanaf je eigen lichaamslengte tot 10 centimeter langer. Wil je nog meer weten over ski’s? Bijvoorbeeld welke ski’s er allemaal zijn? Kijk dan verder op deze pagina.
Snowboards
Op het snowboard zijn twee bindingen vastgeschroefd waarmee je je snowboardboots vastmaakt aan je board. De voorkant van een snowboard wordt de ‘nose’ genoemd en de achterkant de ‘tail’. Rondom heeft het board een staalkant die ervoor zorgt dat je goede bochten in de sneeuw kunt ‘snijden’. Het belag van je board (de onderkant) is het gedeelte waarop je glijdt. Om je board optimaal te blijven gebruiken moet je het goed onderhouden. Door het board te waxen glijd je sneller over de sneeuw.
Als je begint met snowboarden moet je bedenken met welk been je voor wilt staan op je board. De benaming voor een houding met je linker been voor is ‘regular’. Als je met je rechterbeen voor staat heet dit ‘goofy’. Net als bij skiën heb je ook bij snowboarden verschillende soorten boards voor de verschillende disciplines.
Allmountain snowboard
Het allmountain snowboard zie je het meest op de piste en kan overal voor worden gebruikt. Het board is redelijk tot zeer flexibel. De bindingen staan meestal gecentreerd op het board waardoor de nose en tail van dit board ongeveer even lang zijn.
Raceboard
Het raceboard is een heel stijf board. Hierdoor reageert het board erg direct en blijft het ook op hoge snelheden stabiel. Om de stijfheid te bewaren draagt de snowboarder bij dit board zogenaamde ‘hardboots’, ofwel een soort skischoenen voor op een snowboard. Dit materiaal wordt gebruikt door alpinesnowboarders. Hierbinnen vallen de wedstrijddisciplines slalom, reuzenslalom, parallelslalom en parallelreuzenslalom.
Freestyle snowboard
Een freestyle board is geschikt voor het funpark en met name bedoeld om sprongen en trucs mee te doen. Het board is vaak korter, breder en flexibeler dan een allmountain board. Qua lengte komt het snowboard gemiddeld tussen je sleutelbeen en kin.
Freeride snowboard
Een freeride board is speciaal gemaakt om off-piste mee te snowboarden in de poedersneeuw. Dit board verschilt qua vorm niet veel van een allmountain board maar is minder flexibel, wat breder en heeft een langere nose dan tail waardoor je wat verder achterop het board staat en beter op de poedersneeuw blijft ‘drijven’.
Ski- en snowboardschoenen
Naast ski’s of een snowboard heb je ook schoenen nodig. Schoenen kunnen heel lastig zijn. Het is belangrijk dat ze goed aan je voet zitten, maar niet dat ze pijn gaan doen. Kijk hieronder voor tips bij het kopen van een ski- of snowboardschoen! Wil je liever weten hoe je makkelijk een skischoen kan aantrekken? Dan hebben we tips voor het aantrekken van je skischoenen.
Skischoenen
De juiste skischoen is belangrijk voor je plezier in het skiën. Niemand wil zere voeten hebben tijdens het skiën. Bekijk daarom onze tips!
Tip 1 - de juiste maat
De juiste maat is belangrijk. Je wilt niet te grote skischoenen hebben waardoor je met je voet in de schoen kan bewegen, maar je wilt ook niet te kleine skischoenen hebben waardoor je tenen pijn gaan doen. Hoe weet je dan wat de juiste maat is? Als je rechtop in de skischoen staat dan moeten je tenen de voorkant van de skischoen raken. En als je in de skihouding met je knieën naar voren staat dan moet je de tenen vrij kunnen bewegen.
Je kan ook de binnenschoen eruit halen en met je blote voeten in de buitenschoen gaat staan zodat je nog beter voelt of de schoen de juiste maat heeft.
Tip 2 - trek de schnallen niet te strak aan
De skischoen moet goed aansluiten op je voet, maar je voet moet niet afgekneld worden. Daarom is het belangrijk om de schnallen normaal dicht te doen, zonder deze heel strak met veel kracht dicht te doen. Je voet moet ook niet los zitten in de schoen, dan is de schoen te groot, of moet je de schnallen iets strakker doen.
Tip 3 - de juiste flex waarde
De flex waarde van een skischoen geeft aan hoe stijf een skischoen is. Deze waarde verschilt per merk, maar hoe lager het getal, hoe flexibeler is de schoen. De flex waarde verschilt van ongeveer 40 tot en met 150. Ben jij een hele goede skiër met veel kracht? Of weeg je veel? Dan heb je een hogere flex nodig. Als jij niet zo heel sterk bent, klein bent, of nog niet zo goed, dan heb je een lagere flex nodig.
Tip 4 - Laat een voetanalyse maken
Elke voet is verschillend. Sommige mensen hebben een smalle voet, andere mensen een brede voet. Sommige mensen hebben een hoge wreef en sommige mensen hebben een platvoet. Misschien heb jij wel een vervelende knobbel ergens op je voet. Daarom is het belangrijk dat je een voetanalyse laat maken. Dan weet je gelijk welke skischoen goed bij jou past. Ook kunnen ze in een speciaalzaak de skischoen voor je aanpassen zodat die precies goed aansluit.
Snowboardschoenen
Snowboardschoenen zijn net als skischoenen heel belangrijk om veel plezier te hebben tijdens jouw wintersport. Kijk de video hieronder om te weten waar je op moet letten bij het kopen of huren van een skischoen.
Tip 1 - Zorg voor een goede pasvorm
De pasvorm is belangrijk bij een snowboardschoen. Elke voet is uniek, sommige voeten zijn breder en andere voeten zijn smaller. Let daarom erop dat je voet goed aansluit in de schoen. Je voet moet niet afgekneld worden, maar je moet je voet ook niet kunnen bewegen.
Tip 2 - Kies het juiste sluitingssysteem
Er zijn verschillende sluitingssystemen van snowboard schoenen. Je hebt een sluiting met veters, een ‘speed lace’ systeem en een boa systeem. Een sluiting met veters kan je het beste op je voet laten aansluiten, alleen kost wat meer kracht om goed aan te trekken. Een speed lace systeem is heel snel en gemakkelijk aan te trekken en komen in de buurt van de veter sluiting. Het boa systeem, een soort knop waarmee je de sluiting aandraait is vooral heel gemakkelijk om aan te trekken, alleen sluit iets minder goed om je voet aan.
Denk aan een zooltje
Soms kan een zooltje heel veel verschil maken. Dit geeft net iets meer ondersteuning aan je voet waardoor je geen kramp krijgt.
Langlaufmateriaal
Langlaufski’s zijn langer, smaller, lichter en goedkoper dan gewone ski’s. Voor de klassieke techniek zijn je ski’s iets langer dan jezelf en moeten ze een spanning hebben die is afgestemd op je lichaamsgewicht. Voor de skatetechniek zijn ze over het algemeen iets korter. Voor de klassieke techniek heb je schubbenski’s of stijgwax nodig zodat je kunt afzetten. Met skating heb je dat niet nodig omdat je zijwaarts afzet. Voor beide typen ski’s moeten de glijzones met glijwax behandeld worden.
Langlaufen - stokken
Alpineskiërs gebruiken hun stokken voornamelijk voor de balans en het maken van bochten. Langlaufers gebruiken hun stokken voornamelijk om zich voort te bewegen en af te zetten. Met langlaufen gebruik je lange stokken van aluminium of glasvezel. Voor de klassieke techniek worden stokken gebruikt met een lengte tot de schouders en bij de skate-techniek tot de kin.
Langlaufen - schoenen
Langlaufschoenen zijn een stuk soepeler dan skischoenen. Ze lijken wel een beetje op stevige en warme hardloopschoenen. Ze zitten alleen bij de teen aan je ski vast, net als klapschaatsen, zodat je goed kunt afzetten. Voor de skate-techniek gebruik je hoge schoenen tot over je enkels.
Langlaufen - kleding
Vroeger droegen langlaufers knickerbockers met lange sokken en een wollen trui. Tegenwoordig zie je langlaufers in allerlei synthetisch materiaal dat het transpiratievocht van het lichaam afvoert. Het makkelijkste is om kleding in lagen aan te trekken. Zo kun je bij warm weer een laag uittrekken. Op koude dagen is het belangrijk dat je een muts draagt om te voorkomen dat de warmte uit je lichaam ontsnapt. Om je handen warm te houden worden handschoenen gedragen. Wanneer je in Nederland op de borstelbaan gaat langlaufen, zijn handschoenen ook zeker aan te raden ter bescherming, ook als het niet koud is.
Materiaalonderhoud
Als je jouw materiaal goed onderhoud dan gaat het veel langer mee. Dat is beter voor het milieu en de portemonnee. Weet je niet hoe je jouw materiaal goed kan onderhouden? Kijk dan onderstaande video!
Kleding en overig materiaal
Naast schoenen en ski’s of een snowboard heb je ook nog andere materialen nodig. Denk bijvoorbeeld aan een helm of skibril, maar natuurlijk ook kleding! Kijk de video hieronder voor alles wat je nodig hebt met handige tips.
Kleding
Als je kleding gaat kopen is er heel veel keuze. Het is belangrijk om te weten wat je het fijnste vindt. Je kan ervoor kiezen om een gevoerde jas te kiezen, deze zijn warmer wat in de winter heel fijn is, maar als het zonnig wordt dan kan het ook heel warm worden. Een andere optie is om een zogenaamde ‘hardshell’ te kopen. Dit is een dun laagje stof dat waterdicht is, alleen niet warm. Daarom moet je er een trui en thermoshirt onderaan trekken.
Wij adviseren een laagjessysteem. Dat betekent dat je meerdere lagen van kleren aanttrekt. Het beste kun je beginnen met een thermoshirt, dat zorgt ervoor dat je zweet goed afgevoerd wordt waardoor je lekker warm blijft. Daarover kun je een trui en jas aantrekken. Als je het warm krijgt kun je makkelijk iets uittrekken.
Helm
Een helm is super belangrijk. Dit zorgt ervoor dat je veilig kunt skiën en is bijna overal ook verplicht. Maar waar moet je nou opletten bij een helm? Wij geven je tips.
Tip 1 - je helm mag niet los bewegen op je hoofd
Belangrijk is dat je helm niet heen en weer mag bewegen op je hoofd. In dat geval is de helm te groot. Past de helm niet over je hoofd? Dan is die juist weer te klein.
Tip 2 - neem je skibril mee
Als je je skibril meeneemt dan kan je kijken of deze goed op je helm aansluit zodat je goed beschermt bent!
Skibril
Je zou het niet gelijk zeggen maar een skibril is er voor de veiligheid. Een skibril beschermt namelijk tegen UV straling. Hierdoor kunnen je ogen niet verbranden en word je niet sneeuwblind. Ook bij slecht weer beschermt een skibril je tegen kou en wind. Zorg daarom dat je een goede skibril hebt. Wij hebben tips voor je!