Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR)
De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR) is in november 2020 door de Eerste Kamer aangenomen. Deze wet is formeel in werking getreden op 1 juli 2021 en is onder andere van invloed op bestuurders van sportclubs, en dus ook voor verenigingen en stichtingen in de wintersportbrance. De WBTR is bedoeld om het bestuur en toezicht van onder meer verenigingen en stichtingen te verbeteren, door het wettelijk vastleggen van taken, bevoegdheden, verplichtingen en aansprakelijkheid. De overheid wil met de wet voorkomen dat wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, zelfverrijking, misbruik van posities en andere ongewenste activiteiten verenigingen en stichtingen schaden.
Wat is er veranderd?
De wettelijke veranderingen hebben vooral betrekking op de taakstelling van het bestuur, de aansprakelijkheid en de besluitvorming van de bestuurders en de toezichthouders met een tegenstrijdig belang aan dat van de organisatie. Veel wat nu in de wet extra wordt vastgelegd als verplichting is gelukkig al gangbaar in de praktijk. De gevolgen vallen dus mee, vooral voor lokale verenigingen.
De vier belangrijkste veranderingen in de WBTR:
1. Belet- en ontstentenisregeling
De statuten moeten een bepaling bevatten waarin staat wat er moet gebeuren in het geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders (en/of toezichthouders). Dus bepaald moet zijn wie er beslissingen mogen nemen als niemand van het bestuur dat meer kan of mag. Van ontstentenis is sprake als een bestuurder ophoudt bestuurder te zijn. Met belet wordt gedoeld op de situatie dat een bestuurder tijdelijk zijn functie niet kan of niet mag uitoefenen. In de statuten kan nader worden bepaald wanneer sprake is van belet. Voorbeelden van dergelijke situaties zijn ziekte of schorsing. Een oplossing kan zijn om een continuïteitscommissie in te stellen. Zo’n commissie is dan bevoegd tot het verrichten van bestuursdaden. Deze bestuursdaden worden voor wat betreft de daden gelijkgesteld met die van een bestuurder.
2. De tegenstrijdige belangregeling
Voor verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen gold eerder dat wanneer één bestuurder een tegenstrijdig belang had, het hele bestuur handelingsonbevoegd werd. In dat geval moest de algemene vergadering een persoon aanwijzen om de rechtspersoon te vertegenwoordigen.
Onder de huidige WBTR-regels mag een bestuurder of commissaris met een tegenstrijdig belang in een bepaald onderwerp niet langer deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming. Als een bestuurder met een conflict toch aan de besluitvorming deelneemt, kan het besluit worden vernietigd. Wanneer er door tegenstrijdige belangen geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door een continuïteitscommissie.
3. Aansprakelijkheid in faillissement
Voorheen golden er verschillende regels voor bestuurders en commissarissen met betrekking tot aansprakelijkheid bij faillissement. Met de inwerkingtreding van de WBTR zijn de regels nu gelijkgetrokken met die voor alle bestuurders en commissarissen van rechtspersonen. Bij faillissement is elke bestuurder of commissaris hoofdelijk aansprakelijk voor het boedeltekort als het bestuur of de raad van commissarissen zijn taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld, en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Een bestuurder is niet aansprakelijk als hij kan aantonen en bewijzen dat de onbehoorlijke taakvervulling niet aan hem te wijten is en dat hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen te beperken. Het wettelijke toepassingsbereik is hiermee uitgebreid.
4. Beperking van het meervoudig stemrecht binnen het bestuur
Het meervoudig stemrecht wordt beperkt. Dit betekent dat een bestuurder van een vereniging niet méér stemmen mag uitbrengen dan de rest van de bestuurders bij elkaar. Op deze manier wordt voorkomen dat één bestuurder alle zeggenschap heeft. Als er in de statuten toch zo’n regeling staat, dan gelden die nog tot uiterlijk 5 jaar na inwerkingtreding van de WBTR. Daarna komen ze automatisch te vervallen.
Is een statutenwijziging nodig?
De meeste aanpassingen kunnen in het huishoudelijk reglement worden opgenomen. Voor ten minste twee gevallen is een statutenwijziging vereist: de belet- en ontstentenisregeling en het meervoudig stemrecht. Deze wijzigingen hoeven niet vóór 1 juli 2021 te zijn doorgevoerd, maar kunnen plaatsvinden bij de eerstvolgende statutenwijziging na de inwerkingtreding van de WBTR. Een statutaire regeling die hiervan afwijkt, blijft geldig tot uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van de WBTR, of totdat de eerstvolgende statutenwijziging plaatsvindt.
Extra informatie
Clubbase kennisbank
NOC*/NSF heeft alle beschikbare informatie en ondersteuning in een handig overzicht bijeen gebracht. Op deze pagina zie je ook de contactgegevens van NOC*/NSF Sport Support, waar je terecht kunt met eventuele vragen.
Nederlandse Stichting van Vereniging en Recht en Predicaat Goed Bestuurd
Je kunt ook de website van de Nederlandse Stichting van Vereniging en Recht bezoeken. De (NSVR) is een onafhankelijke organisatie die verenigingen en stichtingen in Nederland ondersteunt bij het professionaliseren van hun bestuur. Een belangrijk initiatief van de NSVR is het predicaat Goed Bestuurd, dat wordt toegekend aan organisaties die aantonen te voldoen aan de geldende wet- en regelgeving, waaronder de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR), en die hun juridische en financiële risico’s effectief beheren. Dit keurmerk laat zien dat een vereniging of stichting professioneel en verantwoordelijk wordt bestuurd.
WBTR
Ten slotte vind je op de website www.wbtr.nl een WBTR-stappenplan.
Modelstatuten
De Nederlandse Ski Vereniging heeft modelstatuten ontworpen voor de aangesloten verenigingen (lidrechtspersonen). Deze modelstatuten zijn tevens in lijn met de Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (WBTR).
Modelstatuten NSkiV
Klik hier voor de modelstatuten van de Nederlandse Ski Vereniging.
Huishoudelijk reglement NSkiV
Klik hier voor het model huishoudelijk reglement van de Nederlandse Ski Vereniging.